Schade door bodemaaltjes aan je planten is nou niet meteen een probleem wat snel te herkennen is. Vaak verwelkt een plant of wordt deze bruin. Dit kan het gevolg zijn van (slechte) bodemaaltjes. Bodemaaltjes zitten bij de wortels van de plant. Ze zuigen dan de sappen op die van de wortel naar de plant boven de grond gaan. Hierdoor krijgen delen van de plant niet genoeg voeding, waardoor de plant slecht groeit of in het ergste geval zelfs afsterft. Het is daarom ook verstandig om (als een plant gedeeltelijk bruin wordt of afsterft) bij de wortels van de plant te kijken of daar het probleem zit. Bodemaaltjes zorgen vaak voor knobbeltjes aan de wortels, waardoor de sapstroom wordt geblokkeerd. Deze knobbeltjes zijn vaak goed te zien.
Aaltjes zijn microscopisch kleine wormpjes, vaak niet meer dan 0,5-1 mm lang, die in een grote verscheidenheid voorkomen in zowel bodem- als watermilieus. Een groot deel van deze aaltjes leeft op de wortels van planten en kunnen zodoende flinke schade teweegbrengen aan deze planten. De schadelijkste aaltjes leven ondergronds. Een plant die niet verder groeit tijdens het zomerseizoen en/of een vergroting van de wortelgroei (wortelbaard) zijn de eerste aanwijzingen voor cysteaaltjes.
Het aardappelcystenaaltje treft men aan bij aardappel, aubergine en tomaat. Bij aardappels veroorzaakt dit de bekende ´aardappelmoeheid´. De aaltjes penetreren de wortel van de aardappelplant en eten de voedingsstoffen van de plant op, waardoor de aardappelplant niet verder kan groeien en/of afsterft. Het achterlijf van het vrouwtje blijft buiten de wortel steken en zet uit. Als het vrouwtjesaaltje sterft, bevinden zich in het achterlijf ongeveer 200 eitjes. Het achterlijf met de eitjes wordt ook wel een cyste genoemd. Deze cysten blijven na de oogst achter in de grond en kunnen opnieuw schade veroorzaken in een volgende aardappel- of tomatenteelt.
Wortelknobbelaaltje
Het wortelknobbelaaltje veroorzaakt wortelknobbels en wortelrot. Dit aaltje komt ook voor bij tomaat, sla, komkommer, paprika en aubergine. Daarnaast zijn rozen, suikerbiet, tulp, ui, tuinboon, schorseneer, peen, kroot en aardbei zeer gevoelig voor dit aaltje.
Wat kun je dan doen om bodemaaltjes te voorkomen? Pireco Bodem-Aaltjes werkt preventief in het afweren van verschillende soorten bodem-aaltjes. De wortels van planten nemen het product op, waardoor het afweersysteem zich versterkt. Op deze manier mijden bodem-aaltjes de plant, wat er voor zorgt dat ze er niet meer van eten. Hun populatie zal sterk afnemen, zodat de overlast en schade vanzelf verdwijnt.